Opinie –
Sofie Rozendaal weet het zeker: ze wil geen moeder worden, nooit. Haar gynaecoloog weigert de medische ingreep uit te voeren waar zij om vraagt. Hoe durft hij?!
Een onpersoonlijk kamertje met blauw verschoten vloerzeil en een witte bureauset is het decor van mijn levensbeslissende vraag. Ik bevind me op het spreekuur van de gynaecoloog. Of ik mij kan laten steriliseren. Zo snel mogelijk. De man aan wie ik deze vraag stel, middelbare leeftijd, autoritaire oogopslag, kijkt me aan alsof hij me niet goed heeft verstaan. Dan pakt hij mijn gegevens erbij.
„Ik zie hier dat u 27 bent”, zegt hij. „Op zo’n jonge leeftijd komt u niet in aanmerking voor deze ingreep.” Met een resoluut gebaar schuift hij mijn gegevens terzijde. „Wel kan ik u informatie geven over anticonceptiemethoden.”
Als het zo makkelijk was, zat ik hier natuurlijk niet. Ik vertel hem dat ik niet achter hormonale anticonceptie sta, wegens gezondheidsrisico’s als trombose, en dat ik er ook slechte ervaringen mee heb. Bijwerkingen als migraine en somberheid belemmerden mijn functioneren. Ook het koperspiraaltje, de enige andere optie, beviel niet. Vandaar dat ik ben aangewezen op condooms. Maar aangezien ik een onregelmatige cyclus heb, is er elke maand de angst of ik per ongeluk zwanger ben geraakt. Van die onzekerheid wil ik af, voorgoed. Want ik weet zeker dat ik geen moeder wil worden.
Ontmaagd
De tijd waarin werd gewacht tot seks na het huwelijk en er als vanzelfsprekend kinderen kwamen, ligt ver achter ons. Trouwen doen we steeds minder – sinds 2000 is het totale aantal huwelijken met 23 procent gedaald, volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Maar we worden juist eerder seksueel actief: volgens onderzoek van UZ Gent en KU Leuven werden de huidige 65-plussers gemiddeld op 21-jarige leeftijd ontmaagd, en ligt dat gemiddelde nu op 17 jaar. Daar tegenover staat dat de leeftijd waarop we kinderen krijgen juist stijgt. Drie decennia geleden waren zeven op de tien vrouwen jonger dan dertig bij de geboorte van hun eerste kind, en nu is dat nog maar eenderde, blijkt ook uit CBS-onderzoek.
Want er zijn talloze methodes om zwangerschap te voorkomen tot het juiste moment is aangebroken. Condooms, de pil, het spiraaltje, en in het uiterste geval zelfs abortus. En mocht er juist wel een kinderwens zijn, maar de zwangerschap uitblijven, dan zijn er ook alternatieven: reageerbuisbevruchting, intra-uteriene inseminatie, eiceldonatie en draagmoederschap. Seksualiteit en voortplanting hebben nooit eerder zo los van elkaar gestaan als nu. Als vrouw hebben we meer controle over ons leven en lichaam dan ooit. Toch?
„Sterilisatie moet u zien als een verminking van het lichaam. Het schakelt een lichaamsfunctie definitief uit”, zegt de gynaecoloog met ernstige blik. „Dat moedigen wij als arts absoluut niet aan.”
„Maar het is toch míjn lichaam?” vraag ik verbaasd.
„Dat klopt. Maar de kans is groot dat u in de toekomst spijt krijgt”, antwoordt hij. „Komt u over een paar jaar maar terug. Dan praten we wel verder.”
Ik dacht dat ik een afspraak had met een arts, niet met een waarzegger. Deze man heeft geen idee wie ik ben, hoe goed ik hierover heb nagedacht en hoeveel uren mijn vriend en ik erover hebben gepraat. Dat we de optie openhouden voor pleegouderschap, maar dat ik onder geen voorwaarde zelf een kind wil baren. Nu niet, nooit. Waarom mag ik wel kinderen krijgen zonder toestemming van een arts, maar mij niet laten steriliseren?
„Ik acht de kans veel groter dat ik spijt krijg als er wel een kind komt, dan andersom”, zeg ik gedecideerd. „En ik heb liever spijt van een sterilisatie, dan spijt als ik toch moeder word. Met dat eerste heb ik alleen mezelf tenslotte.”
De man reageert niet, maar aan zijn gezicht zie ik dat mijn woorden geen indruk maken. Vervolgens zegt hij dat sterilisatie op mijn leeftijd alleen in zeer uitzonderlijke gevallen wordt uitgevoerd. Bijvoorbeeld wegens hoge gezondheidsrisico’s, of bij vrouwen die al meerdere kinderen hebben gekregen en daardoor ‘volmaakt’ gelukkig zijn met hun gezin. Iets wat blijkbaar wordt getoetst aan het aantal kinderen, want als ik daarop zeg dat ik ook volmaakt gelukkig ben met mijn gezin – mijn vriend, kat en twee konijnen – lacht hij minzaam.
„Ik kan u wel een doorverwijzing geven voor een psycholoog”, zegt hij nog. Ik bedank hem vriendelijk, sta op en loop het kamertje uit.
Hoe kan dit? We zijn toch sinds de jaren zeventig baas in eigen buik? Ik neem contact op met Centra voor Anticonceptie Seksualiteit en Abortus. Gynaecoloog Michael Vleugels, werkzaam in ziekenhuis Rivierenland, geeft antwoord.
„Sterilisatie is en blijft de beslissing van de vrouw zelf”, zegt hij. „Je kunt je dus in principe altijd laten steriliseren. Maar de arts moet er wel van overtuigd zijn dat je er later geen spijt van krijgt. Hoe jonger de patiënt, hoe groter de kans daarop.”
Als de wens van de patiënt dus indruist tegen de visie van de arts – kennelijk veelal gebaseerd op gevoel – mag de betreffende arts de behandeling weigeren. En dat terwijl in de officiële richtlijnen van de Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie duidelijk staat dat er geen leeftijdsgrens is.
„Wel staat in onze richtlijnen een stuk over spijt. Dit is geen beperking, maar een ernstige overweging voor de behandelend gynaecoloog. Samen met de patiënte.”
Samen, en dus niet door de arts alleen. Met deze informatie neem ik opnieuw contact op met mijn gynaecoloog.
„Toch constateer ik in uw geval dat u beter kunt wachten”, benadrukt hij, als ik mijn verhaal heb gedaan. „U bent jong en nog geen drie jaar samen met uw vriend. Dat zijn factoren waarmee wij rekening houden. Uit onderzoek blijkt dat van vrouwen onder de dertig maar liefst 20 procent kans heeft op spijt. Dat is nogal wat.”
„En hoeveel procent van de ouders heeft eigenlijk spijt van het krijgen van hun kind?” vraag ik dan. Daarop heeft hij geen antwoord.
Klakkeloos
Dat artsen het welzijn van de patiënt voorop stellen, respecteer ik. Dat ze niet klakkeloos alle aangevraagde behandelingen uitvoeren ook. Toch ligt dat met sterilisatie genuanceerder. Want het is geen kwestie van fysieke gezondheid, maar een hele persoonlijke keuze. Een arts voelt zich kennelijk geroepen ons tegen onszelf in bescherming te nemen. Het lijkt alsof men ervan uitgaat dat we bij voorbaat beter af zijn mét kinderen dan zonder. Maar uit recent onderzoek van onder meer Princeton University blijkt dat ouders doorgaans iets ongelukkiger zijn dan mensen die bewust kinderloos blijven. En volgens onderzoek van de Open Universiteit blijken stellen zonder kinderen gemiddeld een betere relatie te hebben. Een bewust kinderloos bestaan heeft blijkbaar veel voordelen – zowel persoonlijke, als maatschappelijke. Want dat overbevolking een wereldwijd probleem is, weet iedereen. Zoals hoogleraar ethiek en filosoof Etienne Vermeersch zei: „Ik respecteer mensen die wel kinderen willen. Maar ze moeten beseffen dat degenen die geen kinderen hebben er het meest toe bijdragen om de aarde in de toekomst leefbaar te houden.”
Dus zijn we baas in eigen buik in Nederland? Absoluut. Maar de arts moet het er wel mee eens zijn.