Artikel – In een tijd waarin we onszelf helemaal kunnen vormgeven, voelt een mislukte carrièredroom al snel als persoonlijk falen.
Alles lag binnen handbereik: een master in kinder- en jeugdpsychologie, een studie die haar gemakkelijk afging, een veelbelovende stage in de psychologie. Maar al snel waren daar de paniekaanvallen, gevolgd door depressies. „Ik besefte dat ik de zelfstandigheid waar dit vakgebied om vraagt, eigenlijk helemaal niet aankon”, zegt Ilena van Houwelingen (32). „Noodgedwongen moest ik mijn verplichte stageperiode vroegtijdig beëindigen. Het ergste was dat niet de omstandigheden de belemmering vormden, maar dat ik het zélf was.”
Ze maakte haar studie af, en werd vervolgens afgekeurd. In de jaren erna ontving ze een Wajong-uitkering en onderging ze intensieve therapie. Inmiddels is ze parttime klantmanager bij een middelgrote gemeente. Een baan die ver van haar oorspronkelijke ambities ligt, maar ze is blij dat ze überhaupt kan werken.
„Het was pijnlijk om te zien dat studiegenoten zich verder ontwikkelden, terwijl mijn loopbaan stilstond. Ik moest leren te accepteren dat er een verschil is tussen wat ik kan en wat ik aankan. Maar de wens om dat verschil op te heffen, zit nog steeds heel diep”, zegt Van Houwelingen.
Schaduwkant
Nog maar enkele generaties geleden was het onze afkomst en ons maatschappelijk milieu die bepaalden wie of wat we waren. De zoon van de metselaar werd metselaar, de zoon van de dorpsdokter nam de praktijk over. Kansen om je te ontwikkelen buiten de eigen sociale klasse waren uiterst beperkt.
In de decennia na de Tweede Wereldoorlog veranderde dat: we kregen steeds meer de ruimte ons eigen levenspad te kiezen. Tegenwoordig kunnen we alles worden wat we maar willen.
Die keuzevrijheid heeft ook een schaduwkant. Want wat als het ons ondanks alle mogelijkheden niet lukt onze droomcarrière te verwezenlijken? Wat als we falen? De scherpe sociale kaders van toen boden in ieder geval rust.
Bovendien stagneert het vooruitgangsideaal, blijkt uit onderzoek van onder meer de Rijksuniversiteit Groningen. „Voor het eerst ontstaan generaties waarin ouders zien dat hun kinderen het niet beter doen dan zijzelf. Wat dat met ons mensbeeld gaat doen, valt nog te bezien”, zegt Mark van Ostaijen, bestuurssocioloog aan Tilburg University.
We leven in een tijd waarin iedereen altijd maar gepassioneerd en ambitieus moet zijn, terwijl lang niet iedereen daaraan kan voldoen. Dat is problematisch: „Als we onszelf helemaal kunnen vormgeven, ligt ook de verantwoordelijkheid om niet te falen uitsluitend bij onszelf. Waar vroegere, collectieve kaders een relativerende werking hadden, nemen we nu alle schuld op ons. Dat maakt falen in deze tijd zo tragisch.”