Essay – In de afgelopen drie jaar heeft Sofie Rozendaal met zeker 35 mannen afgesproken, maar na een eerste date komt er zelden een vervolg. Hoe komt dat?
Het is inmiddels een vertrouwd ritueel. Ik kies altijd voor een jurk. Eronder blote benen, in de winter een panty. Dan laarsjes met een hakje, niet te hoog, en een getailleerde jas. Mijn haar gewassen en geföhnd, make-upstijl naturel en drie sprays Ma Vie eau de toilette. Zo stap ik in de auto, op weg naar een van de drie vaste horecagelegenheden die ik afwissel. Ik parkeer, werp een laatste blik in de achteruitkijkspiegel en stap uit. Met zorgvuldig gekozen passen loop ik het café binnen en lokaliseer geroutineerd het tafeltje waar ik moet zijn. Bij het eerste oogcontact ontstaat een vaag gevoel dat vroeger zenuwen zouden zijn geweest, maar nu hooguit ontaardt in een iets te strakke glimlach. Trefzeker steek ik mijn hand uit naar de onbekende. „Hoi, ik ben Sofie. Leuk je te ontmoeten.”
Ik ben een serial dater. In de afgelopen drie jaar heb ik tegenover minstens vijfendertig verschillende mannen gezeten. Zo’n driekwart ontmoette ik via online dating, nadat ik in 2015 weer single was geworden. Eind dat jaar, ik was toen 28, had ik een handtekening gezet onder mijn echtscheidingspapieren. De droeve apotheose van een huwelijk dat nauwelijks een jaar stand had gehouden. Dit nooit meer, besloot ik.
Maar na een poosje werd ik toch nieuwsgierig naar de datingmarkt. Die bleek flink veranderd. Waar ik vroeger afspraakjes vergaarde door uit te gaan of oude contacten aan te boren, installeerde ik nu Tinder op mijn smartphone en leerde Instagram-flirten. Een uitkomst, want in uitgaan heb ik geen zin meer, op het dorp ken ik iedereen en door mijn oude contacten ben ik heen. Vandaar dat ik de online datingwereld goed heb leren kennen. Misschien té goed. Want ondanks al die eerste afspraakjes komt er zelden een vervolg. Ben ik verwend, lui, afgestompt en verpest door het gemak waarmee we anno 2019 een date scoren? En zijn daarmee, paradoxaal genoeg, mijn kansen op een langdurige relatie verminderd?
Makkelijker vervangbaar
Nooit eerder waren er in Nederland zo veel alleenstaanden, blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek. In 2018 zijn het er bijna drie miljoen en er komen er steeds meer bij. Halverwege deze eeuw leeft vermoedelijk bijna een op de vier volwassenen alleen. En dat terwijl de mogelijkheid om potentiële partners te ontmoeten alleen maar makkelijker lijkt geworden. Waar je voorheen verliefd werd op die aardige buurjongen of het vriendelijke meisje bij de bakker, duiken we nu het internet op en komen we in contact met mensen die we anders nooit waren tegengekomen. „Het is moeilijk om singles te vinden die nog nooit een datingapp hebben gebruikt”, zegt Elisabeth Timmermans. Ze is verbonden aan de Erasmus Universiteit Rotterdam en doet al vijf jaar onderzoek naar online dating. „Het is genormaliseerd, zelfs hip geworden. De belangrijkste motieven zijn echter tijdverdrijf en nieuwsgierigheid, en niet de queeste naar liefde.” Timmermans vertelt dat uit haar onderzoek blijkt dat slechts 10 procent een relatie overhoudt aan online daten. „Een belangrijk psychologisch proces dat meespeelt is keuzestress. Door een overvloed aan mogelijkheden zijn mensen geneigd hun keuze uit te stellen of zich minder snel te binden.”
Er zijn veel wegwerp-dates omdat mensen minder bereid zijn te investeren in iemand
Eveline Stallaart, psycholoog en seksuoloog —
Ook Eveline Stallaart komt tot die conclusie. Ze is psycholoog en seksuoloog en heeft een praktijk in Amsterdam. „Veel daten is tweeledig”, zegt ze. „Enerzijds doe je mensenkennis op en leer je wat je wel en niet wilt. Anderzijds kan al die keuze verlammend werken. Er zijn veel wegwerp-dates omdat mensen minder bereid zijn te investeren in iemand.” Volgens Stallaart streven we te veel een ideaalbeeld na. „We willen een succesvolle carrière, veel sociale contacten en de perfecte partner. Het leven is maakbaar geworden. We zijn geëmancipeerder, individualistischer en we lijken makkelijker vervangbaar.” In haar praktijk hoort ze veel cliënten over online dating. „Het komt bijna niet meer voor dat we een partner opdoen in de kroeg, terwijl het spel van elkaar aantrekkelijk vinden en versieren eigenlijk een veel natuurlijker begin van een relatie is. Waar het bij een spontane ontmoeting vooral draait om elkaar leuk vinden en voorzichtig aftasten, wordt bij een internetdate alles op de weegschaal gelegd.” Zo is het niet ongebruikelijk om op een eerste date over bijvoorbeeld kinderwensen te beginnen. Dat doe je niet zo snel als je gecharmeerd bent van iemand in een café. „Bij een spontane ontmoeting geven mensen elkaar vaak langer de kans om elkaar te leren kennen”, voegt Stallaart toe. „Het leuk hebben met elkaar staat voorop. Pas later komen de grote levensvragen ter sprake. Bij een date via internet is het andersom: eerst ga je een checklist af om vast te stellen of er voldoende toekomstperspectief is.” Bovendien moet het ‘klikken’ tussen twee mensen. „Het is lastig om via een foto in te schatten of er chemie is. Iemand kan op papier nog zo goed bij je passen en er mooi uitzien, maar uiteindelijk gaat het om die speciale klik en aantrekkingskracht. Wat dat precies is, blijft ongrijpbaar.”
Groei van bewustzijn
Al dat daten heeft mij veranderd. Ik ben makkelijker geworden. Leeftijd, uiterlijk, status of inkomen: het doet mij niet zo veel meer. Het gaat vooral om een leuke toevoeging aan mijn rijk gevulde leven.PRAAT MEE MET NRC
Wat zijn uw ervaringen met online daten? Onderaan dit artikel kunnen abonnees reageren. Hier leest u meer over reageren op NRC.nl.
Maar juist omdat ik een relatie niet per se mis en ik mijn herwonnen geluk wil beschermen, ben ik ook uiterst kritisch. En door al die date-ervaring razendsnel met oordelen. Al bij binnenkomst rangschik ik mijn afspraakje onder vriendschap, seksueel prikkelend of exclusief relatiemateriaal. 90 procent past in het eerste hokje, 10 procent in het tweede. Het laatste hok blijft leeg. Ligt dat aan die mannen? Nee. Aan sommigen denk ik nog regelmatig, en een enkele keer stuur ik iemand nog eens een berichtje. Maar waar ik vroeger na een paar weken daten in een strikt monogame relatie kon stappen, kan ik mij nu moeilijk indenken dat ik niet op jacht zou mogen naar de volgende. Wat zegt dat over mij en mijn lotgenoten?
„Echt zorgwekkend vind ik de toename van singles niet”, zegt Jan Geurtz, schrijver van de bestseller Verslaafd aan Liefde. „Maar het hangt af van de reden waarom mensen single blijven: uit vrije keuze, of door onvermogen om zinvolle relaties aan te gaan. Een zinvolle relatie hoeft namelijk niet traditioneel te zijn. Het kan bijvoorbeeld ook in poly-amoureuze vorm. De toename van singles kan dus betekenen dat steeds meer mensen erin slagen om liefdevol met een, dan wel meerdere partners om te gaan, zonder hun autonomie op te geven.” Hoewel Geurtz het ermee eens is dat veel daten kan bijdragen aan oppervlakkigheid, ziet hij er ook iets positiefs in. „Oppervlakkigheid is niet een internet-uitvinding. Het kan een beschermingsmechanisme zijn, een grote wegloop-van-jezelf-show, uit angst om de diepte in te gaan. Maar veel daten kan ook bijdragen tot groei van bewustzijn. Je kunt jezelf enorm tegenkomen. Als je dat benut voor zelfonderzoek ontstaat er groei. Veel daten kan dus zowel positief als negatief zijn. Het zal ongetwijfeld bijdragen aan nieuwe vormen van ellende, die op hun beurt weer kunnen resulteren in nieuwe vormen van liefde en verbondenheid.”
Lees ookDaten is een spelletje geworden
Die nieuwe vormen van ellende zijn mij niet ontgaan. Zoals mannen die fysiek opdringerig zijn of die na meerdere afwijzingen blijven bellen. En omgekeerd: het fenomeen ghosting. Types die na een veelbelovende date in het niets oplossen.
Betrekkelijk onschuldig
Maar het overgrote deel van mijn afspraakjes was betrekkelijk onschuldig, al kwam ik opmerkelijke mannen tegen. Zoals de flamboyante barbier, die tijdens de eerste ontmoeting om elf uur in de ochtend een whisky bestelt (ik drink niet). De oldtimerverkoper die driemaal daags een ‘vleesje’ in de pan gooit (ik ben vegetariër). De datingcoach, die mij ongevraagd evalueerde (‘Je bent slimmer dan je eruitziet’). De Italiaanse student met heimwee die zich snikkend tegen mijn schouder vlijde (zie ik eruit als je moeder?) of de gescheiden vader van een oude schoolvriendin (oké, oké, dat lag aan mij).
Als ik iets heb geleerd: iedereen heeft een verhaal. En soms praat je makkelijker met een vreemde dan met mensen in je omgeving. Juist omdat je niets te verliezen hebt en elkaar niet meer onder ogen hoeft te komen. Misschien zijn het vooral de verborgen verhalen van mensen die mijn interesse blijven wekken. En die tegelijkertijd bevestigen dat ik vooralsnog goed in de markt lig, waardoor een mogelijke nieuwe partner nooit heel ver weg is. Een geruststellende wetenschap voor iemand die stiekem het liefst alleen leeft.